I N D O K K U M

k o m t e r a a n

Onderzoek naar taalverandering van het Dokkumers

Marianne Vriesema Door Marianne Vriesema
02-08-2023
Onderzoek naar taalverandering van het Dokkumers

Taalonderzoeker Raoul Buurke, van de Rijksuniversiteit Groningen, doet momenteel onderzoek naar taalverandering van streektalen die in het noorden en oosten van Nederland worden gesproken. De twee grootste streektalen in deze regio zijn uiteraard het Fries en het Nedersaksisch, die allebei hun eigen lokale varianten hebben. Zowel het Fries als Nedersaksisch worden gesproken in de provincie Fryslân, maar ook gemengde varianten tussen het Fries en het Hollands. Hieronder vallen bijvoorbeeld het Bildts en Snekers, maar ook het Dokkumers. Net als alle andere taalvarianten zijn ook deze mengvarianten onderhevig aan taalverandering, zoals bijvoorbeeld door de invloed van het Nederlands.

Taalonderzoeker Raoul Buurke, van de Rijksuniversiteit Groningen, doet momenteel onderzoek naar taalverandering van streektalen die in het noorden en oosten van Nederland worden gesproken. De twee grootste streektalen in deze regio zijn uiteraard het Fries en het Nedersaksisch, die allebei hun eigen lokale varianten hebben. Zowel het Fries als Nedersaksisch worden gesproken in de provincie Fryslân, maar ook gemengde varianten tussen het Fries en het Hollands. Hieronder vallen bijvoorbeeld het Bildts en Snekers, maar ook het Dokkumers. Net als alle andere taalvarianten zijn ook deze mengvarianten onderhevig aan taalverandering, zoals bijvoorbeeld door de invloed van het Nederlands. Oorspronkelijke sprekers In de jaren 80 zijn andere onderzoekers ook bezig geweest om de taalvariatie in Nederland en Vlaanderen vast te leggen. Hiervoor zijn ze destijds in veel Friese plaatsen geweest om opnames te maken met (oorspronkelijke) sprekers. Buurke maakt nu opnieuw opnames met sprekers van verschillende plaatsen over de hele provincie Fryslân. De sprekers vertalen dan Nederlandse woorden naar hun lokale taal, die dus behoorlijk per plaats kan verschillen. Doordat sprekers dat in de jaren 80 ook hebben gedaan, kan de uitspraak van specifieke woorden met de computer worden geanalyseerd en kan er worden gekeken of de uitspraak is veranderd. Ut Genoatskap foar ut gebrúk fan ut Dòkkumers Uiteraard hebben de leden van Ut Genoatskap foar ut gebrúk fan ut Dòkkumers positief gereageerd toen zij door Raoul Buurke gevraagd werden om mee te werken aan het onderzoek. Een zevental genootschapsleden en ‘metkikers’ hebben de woorden ingesproken in een daarvoor speciaal naar Dokkum gekomen mobiel spraaklab. Een opvallend verschil tussen het Nedersaksisch en Fries is de taalattitude van de sprekers. Friese sprekers staan doorgaans positiever tegenover het gebruik van hun taal in het onderwijs en in andere situaties dan alleen met familie en vrienden. Dit zorgt ervoor dat het Fries een stevigere rol heeft in het dagelijkse leven en de taal wordt ook meer doorgegeven van ouder op kind. Hús en mús Er zijn ook patronen die zowel het Fries als het Nedersaksisch aangaan. Een bekend voorbeeld is de verandering van vertalingen van het woord ‘huis’ en het woord ‘muis’. In het Fries vertaal je dit doorgaans als hûs of hús en als mûs en mús. Dezelfde uitspraak vind je terug in het Nedersaksische gebied. Het opvallende is dat de û-uitspraak de oudere vorm is, dus oorspronkelijk had je deze in zowel ‘huis’ als ‘muis’, maar tegenwoordig wint de ú-klank aan gebied. Dit lijkt een patroon te zijn dat over komt waaien uit de Hollandse gebieden in het westen van het land. Je ziet ook dat varianten die dichter bij de Randstad liggen vaker deze klank hebben dan varianten verder weg en de mengvarianten van het Hollands en Fries hebben deze klank veel door historisch taalcontact. Buurke is nog tot september bezig met opnames maken en zoekt nog sprekers uit Workum en Sneek. Meer details zijn te vinden op https://raoulbuurke.nl/gezocht/. Vervolgens worden de opnames in het najaar geanalyseerd en worden de bevindingen verspreid en gepubliceerd aan het begin van volgend jaar.

Marianne Vriesema
Marianne Vriesema