I N D O K K U M

k o m t e r a a n

Zeldenrust en altijd wat. Knorretje.

Zeldenrust en altijd wat. Knorretje.

Het is merkwaardig, of toch niet, elke keer komt er wel een familie boven in de molen Zeldenrust waarvan er minstens één persoon een angstige blik vertoont. Wij, de vrijwillig molenaars van Stichting Monumentenbehoud Dongeradeel, zijn hier mee bekend en in zekere zin ook op afgejaagd. Dit heeft te maken met het fenomeen “hoogtevrees”. Men stapt onbevangen door het deurtje naar buiten op de stelling en ziet dan plotsklaps dat er tussen de planken vloer nogal brede kieren zitten waardoor je helemaal naar beneden kunt kijken. Dit veroorzaakt vaak tot ons wat in de grond sadistisch genoegen een vervaarlijk gegil en een vlucht naar het “veilige” plankier van de aangrenzende zolder.

Het is merkwaardig, of toch niet, elke keer komt er wel een familie boven in de molen Zeldenrust waarvan er minstens één persoon een angstige blik vertoont. Wij, de vrijwillig molenaars van Stichting Monumentenbehoud Dongeradeel, zijn hier mee bekend en in zekere zin ook op afgejaagd. Dit heeft te maken met het fenomeen “hoogtevrees”. Men stapt onbevangen door het deurtje naar buiten op de stelling en ziet dan plotsklaps dat er tussen de planken vloer nogal brede kieren zitten waardoor je helemaal naar beneden kunt kijken. Dit veroorzaakt vaak tot ons wat in de grond sadistisch genoegen een vervaarlijk gegil en een vlucht naar het “veilige” plankier van de aangrenzende zolder. Maar enige overtuiging van onze kant en kennis van angstbeheersing leidt meestal tot beperkte (soms gehele overwinning) van deze vrees. Voor het technische: deze kieren zijn niet voor niets aangebracht maar dienen het doel van afwatering. Maar om niet af te dwalen: laatst geleden kwam er weer zo een als boven omschreven familie boven. Moeder, vader, dochtertje van denk ik 10 jaren jong en een sterk brillend jongetje van zeg maar 7 jaar. Het gegil van moeders begon al bij de drempel van de stellingdeur. En toen gebeurde er iets waar ik al reeds lang van overtuigd ben. Je kunt als ouder overtuigingen en eventuele angsten overdragen aan je nazaten. Dit gaat zelfs tot voorkeuren of afkeuren tot smaken, geuren, geluiden en nog meer. Het jongetje vertoonde dezelfde uitingen van ongemak. En dit is merkwaardig. Een jongetje van 7 jaar ontdekt de wereld en is van nature nergens bang voor. Duidelijk overgenomen van de angst van de moeder, een prachtige, maar vervaarlijke madam, zo van “kom niet aan mijn alles”, het hand in handje vertelde mij dit. Het 10 jarige dochtertje was zeker iets meer vrijpostig. Daar krijgen ze nog wel last mee. En de vader, telt die niet mee dan? Wis en waarachtig, zwijgend, stil op de achter grond, maar een rotsvast baken in diep water. Dat vertelt mijn ervaring als tot opa opgewaardeerde eveneens vader. Wat het overdragen van gevoelens, angsten enz., betreft: een aardige anekdote uit eigen ervaring. Toen onze dochter haar 6-jarige verjaardag bereikte, had ik het goed bedoelde idee om haar een step cadeau te doen. Maar dan wel één die telde. De betreffende step, gekocht van een plaatselijke sjacheraar, had ik geheel behandeld met goudkleurige verf, om uiting te geven aan mijn idee dat zij ons goudvinkje was. Prachtig natuurlijk, maar dochterlief wilde er niet mee naar buiten. Ongeveer 25 jaar later kwam het hoge woord er uit: zij dacht toen dat het een gouden step was. En ze was toen al zo slim dat ze wist dat dit slechts mogelijk was als vader lid was van de plaatselijke maffiose en diverse banken beroofde. Ze was veel te bang dat de politie dit zou zien en dezelfde mening deelde. Vader is nog steeds dezelfde, maar zij werkt inmiddels bij justitie. Hoe raar kan het gaan. Maar wat heeft Knorretje hier mee te maken? Wel, dat is eenvoudig te verklaren. Onze kleindochter Rosa vind het beeldje van Knorretje en Piglet, wat dient als contragewicht op mijn mosterd klapbuil, eng. Zo eng dat ze er bijna niet naar durft te kijken. Waarom? Waarschijnlijk omdat hier veel goudgekleurde elementen aan zitten. Zie je wel: overdragen van angsten, zelfs door de generaties heen. Of zou ik nu spijkers op laag water zoeken? Trouwens wat dit soort uitdrukkingen betreft: ik krijg nog wel eens naar mijn hoofd geslingerd dat ik taal gebruik welke niet van deze tijd is. Hoe waar. U moet weten dat mijn taal bevroren is in de tijd. Wen er maar aan.

Redactie
Redactie