Een rustige maaldag op de Zeldenrust. Vanaf de stelling op 10 meter hoogte kunnen wij de meeste wederwaardigheden van de buurt nauwlettend in de kijker houden. Zo ook een autootje van de veiligheidscontroleur wat parkeert op het molenerf. Dit betekent dat de koffieautomaat er enige kopjes bij moet zetten. Deze door monumentenzorg gestuurde werknemer dient na te gaan of alle voorzorgsmaatregelen omtrent de gevolgen van blikseminslag nog wel voldoen aan de voorgeschreven waarden. Wel, dat zit hier wel goed, ook diverse metingen bevestigen dit. Maar het een en ander zet mij wel aan het denken. Heeft u dat ook wel eens, dat u iets beleeft wat net is alsof de bliksem inslaat? Ik heb dat regelmatig. Om maar eens wat te noemen: de kennismaking met Audrey Tautou. De film “Le fabuleux destin d'Amélie Poulain” heeft diepe indruk op mij gemaakt. Als of de bliksem insloeg. Audrey verkeert natuurlijk in een fantasiewereld, en kan zich dan ook niet meten met de realiteit van mijn eigen situatie, waarin mijn vrouw, kinderen en vrienden de werkelijke rol spelen, en daarin ook onvervangbaar zijn. Maar ik mag mij graag verliezen in fantasie, omdat ik de weg terug maar al te goed ken. Laat mij toch dwalen in een denkbeeldige wereld, niet als compensatie voor een onbevredigende werkelijkheid, maar meer als het spel wat ook een kind zo goed kent. Deze wereld verschaft mij ook veel ideeën en inspiratie wat ik nodig heb om op mijn manier te functioneren. Ook een paar jaar geleden sloeg de bliksem weer in. Haar kastanjebruin haar herinnerde mij meteen weer aan mijn nichtje uit de wondermooie stad Haarlem. Alsof ze zelf binnen kwam. Weliswaar zonder sproetjes, maar verder bijna het evenbeeld. Haarlem, waar ik veel heb rond gedwaald, waar ik kennis heb gemaakt met de veerman over het Spaarne. Dezelfde waar Godfried Bomans ook over schreef. Ook de Haarlemmer Hout dient zich aan als een sprookjesbos met de herten en de boswachterhut op het golvende groene grasveld. Maar het is mijn nichtje niet, het is iemand anders. Zij kent mij niet, ik ken haar niet. Maar in mijn wereld zie ik mijn vriendinnetje weer. Ik kon haar enorm vermaken met mijn imitatie van Iwan Rebroff, vooral het vodkalied deed haar gillend van het lachen onder de tafel verdwijnen. U kent dat lied toch wel? “Giesz mir einen Vodka ein, aber kein so kleinen, schenk mir einen Vodka ein und dan gleich noch einen, denn der Vodka macht mich warm, warm und kalt zugleich”. Enzovoorts, refrein na refrein. Ik denk dat als ik dat lied nu weer zou zingen met mijn huidige stem, de bliksem onmiddellijk inslaat.