I N D O K K U M

k o m t e r a a n

Sprookjes van Grimm vertaald in het Dokkumers 

Sprookjes van Grimm vertaald in het Dokkumers 

Het bekende zinnetje ‘Je mutte mar hoarre wie ’t seit’, kennen veel Dokkumers maar al te goed. Toch wordt het stadsdialect ook in Dokkum steeds minder gesproken. Als opmaat naar de ‘Dach fan ut Stadsfrys, un festivaltsy foar álle Stadsfrizen’, dat aanstaande zaterdag in Franeker wordt gehouden, vertaalden Marijn van Tilburg en Warner B. Banga onlangs de sprookjes van Grimm naar het Dokkumers. Hun vertalingen maken deel uit van een vertaling van alle sprookjes van Grimm in het Stadsfries.

Het bekende zinnetje ‘Je mutte mar hoarre wie ’t seit’, kennen veel Dokkumers maar al te goed. Toch wordt het stadsdialect ook in Dokkum steeds minder gesproken. Als opmaat naar de ‘Dach fan ut Stadsfrys, un festivaltsy foar álle Stadsfrizen’, dat aanstaande zaterdag in Franeker wordt gehouden, vertaalden Marijn van Tilburg en Warner B. Banga onlangs de sprookjes van Grimm naar het Dokkumers. Hun vertalingen maken deel uit van alle sprookjes van Grimm in het Stadsfries. Voorlezen Warner B. Banga deed het schrijf- en vertaalwerk voor het boek. Hij groeide op in een Friestalig gezin, maar kreeg het Dokkumers nog wel volop mee op straat. Veel van zijn voetbalmaten en schoolkameraden spraken Dokkumers en zo begon Banga het ook te leren. “En dat praat ik nog steeds met hen.” Toen de vraag voor het vertalen van zeven sprookjes naar het Dokkumers werd gesteld door taalbureau Popkema, meldde Banga zich en ging op zoek naar Dokkumers die de streektaal nog actief gebruiken. Hij vindt het belangrijk dat deze volkstaal wordt vastgelegd, maar had geen taalregels of grammatica beschikbaar bij zijn vertaalwerk. Marijn van Tilburg bleek de taal nog goed machtig en las Banga voor uit Grimm. “Van Tilburg is un echte 'native speaker'. At ik met him praat, dan praat hy moai súver Dokkumers”, aldus Banga. De mannen kwamen heel wat woensdagochtenden samen om aan de vertalingen van de sprookjes te werken. Taalstatus Banga die in het dagelijks leven docent Nederlands is, ziet het Dokkumers langzamerhand verdwijnen. Hij schat dat er misschien nog ruim honderd mensen zijn in de stad die deze streektaal actief gebruiken. “Op school hoor ik het bij mijn leerlingen ook bijna niet meer. Dan moet je naar de leugenbank, waar nog wat oude Dokkumers zijn die de taal gebruiken. De taalstatus is niet heel erg groot en daardoor verdwijnt het Dokkumers vermoedelijk ook over enkele generaties.“ Dat gebeurde eerder ook in andere Friese steden. Op dit moment wordt alleen in Leeuwarden, Bolsward, Sneek, Harlingen, Franeker, Stavoren en Dokkum nog stadsdialect gesproken. In al die zeven steden zijn zeven sprookjes vertaald in het Stads. Het vijftigste sprookje werd vertaald via een open wedstrijd in de Leeuwarder Courant. Woordenboekje Het Dokkumers is een mengelmoes van het Fryske en Nederlands en echte taalregels over het taaltje zijn dan ook niet te vinden. Banga maakte gebruik van een boekje van Pieter Duijff van de Fryske Akademy waarin woordenlijsten zijn te vinden voor het stadsfrysk gebaseerd op het Leeuwarders. Tussen 1993 en 1998 werden deze woorden van een viertal ‘dialectpraters’ uit Dokkum overgenomen. De nogal ruige sprookjes klinken in het Dokkumers ook prachtig. “Ut kyn war se wit as snee, se road as bloed en hur haar war se swart as ebbehout’ en ‘Hé groatmoeke, wat hewwe jou un groate oaren’, geven een indruk van de klank van de vertalingen. Dach fan ut Stadsfrysk Het boek Sprookjes fan Grimm in ut Stadsfrys, waarin 50 sprookjes in de zeven Stadsfriese talen zijn vertaald wordt komende zaterdag aangeboden. Het eerste exemplaar van dat boek wordt op zaterdagmiddag 3 november aangeboden aan Commissaris van de Koning Arno Brok, tijdens de eerste ‘Dach fan ut Stadsfrys’, die dan wordt gehouden in de Franeker Martinikerk, tussen 14 en 17 uur.  

Redactie
Redactie