Bio-docente Dockinga College
bindt de strijd aan tegen suiker'Als leerlingen vroeger uit school kwamen kregen ze een kop thee en een koek. Daarna maakten ze huiswerk en speelden buiten. Alle energie werd verbrand en 's avonds doken ze voldaan in hun bed. Helaas is dat vandaag de dag vaak anders’, zegt biologie-docente Jessica Jansen. De voedingsindustrie weet de jeugd te verleiden zoveel mogelijk fris en snoep te kopen.. Zelfs producten die als ‘gezond’ doorgaan blijken bij nader onderzoek propvol suiker te zitten. Die suikers zijn weer de oorzaak van een reeks concentratie- en gezondheidsproblemen.
Jansen besloot tot actie. Tien dagen mogen negentig tweedeklassers van Dockinga College VMBO-GT (Chr. Mavo) aan de Woudweg geen suiker eten. De leerlingen zijn enthousiast.
‘Tegenwoordig is het vaak 's middags na schooltijd meteen een glas frisdrank met een pak koekjes of een zak chips, en tussendoor snoepjes. De kinderen duiken daarna achter playstation of een andere spelcomputer. Op dat moment krijgt het lichaam héél veel energie door de suikers die in al die koekjes, snoepjes en frisdrank zit verstopt. Met computeren verbruikt je die energie niet, met als gevolg dat je 's avonds niet kunt slapen, omdat je lichaam nog zoveel energie heeft, dat de motor op volle toeren blijft draaien. Het gevolg daarvan zijn concentratieproblemen op school, dat je niet meer stil kunnen stil zitten, of dat je andere problemen krijgt', zegt de bevlogen biologie-docente.
Jansen, die samen met haar vakcollega's al eerder de strijd aanbond tegen alcohol en roken, besloot de leerlingen op een bijzondere manier op de gevaren van overmatig suikergebruik te wijzen. Snoep, taart, chocola, chocopasta, hagelslag of pindakaas, toetjes of ijsjes staan sinds gisteren op de zwarte lijst. Iedere leerling gaat in een schrift opschrijven wat hij of zij heeft gegeten of gedronken.
‘Ik wil ook dat ze opschrijven hoe ze zich voelen. Of ze goed in slaap kunt komen en of ze het verschil gaan merken. Voel je je fitter? Ben je lamlendig? Heb je hoofdpijn? Schrijf zoveel mogelijk op’, zegt Jansen, terwijl ze op het digibord achter haar is te zien hoeveel suiker in een fles cola zit. De leerlingen kijken er met verbazing naar. ‘Nou zie je het zelf. Een slok cola is wel lekker, maar kijk eens hoeveel suiker je met die cola binnenkrijgt!’.
De boodschap treft doel. Bij de dagopening, een dag later, is het project het gesprek van de dag. Bijna alle leerlingen doen bloedserieus mee. ‘Veel leerlingen hebben ranja, thee met suiker of fris ingeruild voor water’. Water? ‘Ja, water en dat bevalt me prima’.
Toch zijn er ook ontwenningsverschijnselen. Jansen had er al voor gewaarschuwd. De eerste dag kun je hoofdpijn krijgen. ‘Ik voel me sip en down. Ik kreeg een muffin aangeboden, daar zeg je normaal beslist geen nee tegen, maar dat heb ik nu toch gedaan’. ‘Ik heb eerder honger’. ‘Dit komt mij slecht uit. Mijn broer is eind van de week jarig. Ik wil mij wel aan de afspraak houden, maar ik wil zijn feest ook niet missen’. ‘Het is zwaar. Ik heb vanmorgen bijna niets gegeten’. Er zijn ook diehards. ‘Ik heb met een meisje uit de klas een weddenschap afgesloten wie dit het langste volhoudt’.
Tien dagen duurt ‘de gezamenlijke uitdaging’. Daarna moeten de gegevens uit de dagboeken worden verwerkt in een verslag.
Het kan niet anders of het project levert veel gezondheidswinst op, hopelijk blijvend, zegt de initiatiefneemster. Mooi meegenomen is dat het ook fors scheelt in de portemonnee. Het geld dat de leerlingen normaal uitgeven aan snoep kunnen ze nu ergens anders aan besteden.
Met spanning kijkt iedereen uit naar volgende week, als de eerste resultaten van dit unieke project bekend worden.