De Dokkumse Hilly Sijtsma-Haaima heeft in samenwerking met Jan de Jager uit Dokkum het levensverhaal van haar vader in boekvorm uitgebracht. Het boek 'Vaar mee met Jelle vanaf 1935' beschrijf het levensverhaal van Jelle Haaima, die in 1919 geboren werd. Het boek is een egodocument. Jelle Haaima schreef op 78-jarige leeftijd zijn eigen herinneringen op papier en zijn verhalen zijn - samen met veel foto's en krantenknipsels - de basis voor het boek. Armoede Via een omweg kwamen Jan en Hillie met elkaar in contact en daarna begon een periode van samenstellen. Er werden door Jan foto's en knipsels gescand en Hillie werkte de geschreven tekst uit. Haar vader leed aan afasie, na een stille beroerte. Daardoor kon hij niet meer praten, maar schrijven lukt hem nog wel. In 1995 - dertien jaar na zijn beroerte - schreef hij op 78-jarige leeftijd al zijn herinneringen op papier. Die verhalen vanaf 1935 geven ook een goed beeld van de tijd waarin werd geleefd. "It wie bittere earmoede", vertelt zijn oudste dochter. Op zee Het gezin uit Oostmahorn stuurde de kinderen al jong er op uit om te werken. Al ruim voor hij van school ging, deed Jelle zijn eerste werkervaring op. Hij ging mee als Piccolo aan boord van de Vooruitgang III, eigendom van Wagenborg passagiersdiensten. Hij was een jaar of twaalf toen hij meevoer naar Schiermonnikoog en ook aan boord sliep. Later ging hij aan boord van een garnalenkottertje van Jelte Toxopeus, tegen een loon van vier gulden per week. Als er in november niet meer kon worden gevist op garnalen, werd er gezocht naar kokkels. 's Nachts gingen Theunis (Jelle zijn broer) en Jelle op pad om kolen te stelen. "Het was al armoe, armoe troef wat de klok sloeg", zo schrijft hij. Tot en met Antartica Haaima ging vervolgens een lange loopbaan tegemoet op zee. Vanaf zijn vijftiende jaar voer hij mee bij vissers Jannus en Jannie Toxopeus uit Zoutkamp. Hij probeerde het op een kustvaarder, maar keerde weer terug in de visserij. Ook voer hij op Zuid-Amerika, aan boord van de Loppersum. Daarna werd opstapper op reddingboot Insulinde en monsterde twee seizoenen aan op de 'Willem Barendsz'. Dit Nederlandse walvisfabrieksschip werd tussen 1946 en 1955 werd gebruikt als moeder- en fabrieksschip voor negen walvisvaartexpedities in de wateren rond Antarctica voor de Nederlandsche Maatschappij voor de Walvischvaart (NMW). Eind 1949 trad hij in vaste dienst bij de Rijksveerdienst. Eerst als motordriver, daarna als reservekapitein en uiteindelijk ook als kapitein. De ramp met broer Theunis Een gebeurtenis die nog steeds diepe indruk maakt bij Hilly Sijtsma-Haaima is het overlijden van Theunis. Hij was een van de vijf bemanningsleden van de Poolster. Op 25 september 1935 werd het motorschip zo'n tien zeemijl ten noorden van Schiermonnikoog overvallen door noodweer. Het schip was niet zeewaardig en sloeg om, waar ook Theumis Haaima bij verongelukte. Zijn lichaam spoelde aan op het Duitse eiland Juist en daar werd hij in eerste instantie begraven. "Se krigen doe in envelop mei in reepke stof fan de klean fan Theunis thús stjoert. Sadwaande wisten se dat hy it wie", vertelt Haaima. Hij werd opnieuw begraven in Anjum. Tweede druk Zo staat het boek vol met verhalen uit het verleden. Hoe het begin van de oorlog op zee werd beleefd, het begraven van oorlogsslachtoffers op Engelmansplaat en de hulp tijdens de watersnoodramp in Zeeland. Onbevreesd en dapper ging Jelle Haaima het leven tegemoet, vertelt zijn oudste dochter. Met de duim omhoog! Na een eerste oproepje op Facebook stroomden de eerste bestellingen binnen. Meer dan de helft van de eerste druk was binnen de kortste keren verkocht. "It oerfoel my allegear wat. Ik moat it earst yn my omgean litte", vertelt Hilly Sijtsma-Haaima. "Als uitgeverij Haaima zo doorgaat, kan het richting het voorjaar na gaan denken over een tweede druk", zegt ze. Bestellen 'Vaar mee met Jelle, vanaf 1935' is verkrijgbaar voor €17,50. Het boek is te bestellen bij Hillie Sijtsma - Haaima (Waterranonkel 36). Ze is te bereiken via: 0615133392.