Goede wijn behoeft wél krans “Vroomshoop stelt ook niet zoveel voor”. Dat zei één van de tennissers uit dat dorp waar het eerste herenteam van TC Dokkum onlangs tegen speelde. “Hoezo óók?!” reageerde ik, misschien iets aan de felle kant. Maar komen ze aan Dokkum, dan komen ze aan mij. Ander voorbeeld. “Woon jij hélemaal in Dokkum?!” vroeg iemand mij eens, die zelf woonachtig was in Warns (of all places!). Alsof Dokkum het eind van de wereld is. “Nee, Warns, dát ligt lekker centraal!” was mijn, ook toen wat felle reactie. Want komen ze aan Dokkum, dan komen ze aan mij. Dat is eigenlijk altijd zo geweest. Als (in 1965) geboren en (tot 1983) getogen Dokkumer, maar ook tijdens de 22 jaar die ik uit Dokkum weg ben geweest. Inmiddels ben ik alweer tien jaar terug en nog méér fan van Dokkum en omgeving dan vroeger. Naarmate je ouder wordt, ga je schoonheid blijkbaar nog beter zien en nog meer waarderen. Sinds de editie van 2014 ben ik betrokken bij de organisatie van de Admiraliteitsdagen. Dat evenement is maar één voorbeeld van de enorme ambitie die er in Dokkum en omgeving bestaat om het ‘produkt Dokkum/Noordoost Friesland’ nóg aantrekkelijker te maken. Ook de vele andere activiteiten en evenementen getuigen van die ambitie. En dat geldt natuurlijk ook voor initiatieven en projecten als het Dokkumer Lokaaltje, Wetterfront/Súd Ie en Holwerd aan Zee. Geen enkel gebrek aan ambitie dus om het produkt te verbeteren. En geld daarvoor lijkt er in de meeste gevallen ook wel te zijn of te komen. Maar een produkt zal ook op een professionele, eenduidige manier gepromoot moeten worden. En op dát vlak is in Dokkum helaas sprake van te weinig ambitie en nauwelijks middelen. Ondanks alle goede bedoelingen en inspanningen om het te verbeteren, blijft de inhoudelijke promotie van Dokkum en de regio ongestructureerd, versnipperd en veel te bescheiden. De beide voorvallen waarmee ik mijn verhaal begon, zijn illustratief. Ze laten zien dat er, zacht gezegd, iets schort aan het beeld dat men van Dokkum heeft (áls men überhaupt al een beeld heeft). Het is een dorpje (jawel, de Vroomshoper zei het echt!) dat niet veel voorstelt en waar niks gebeurt, het ligt aan het eind van de wereld in een achtergebleven gebied en je gaat er alleen naar toe als het echt moet… Toegegeven, een steekproef van twee levert geen wetenschappelijk bewijs. Maar dat er qua promotie een hoop te winnen valt, is duidelijk. En dan ontstaat er ook nog een extra deuk in het imago nu de lobby voor de status van krimpregio succes lijkt te hebben. ’Hoofdstad’ van een gebied dat economisch en sociaal achteruit boert: met dat beeld trek je in elk geval niet méér bezoekers, inwoners en bedrijven… Ik stel voor om een deel van het krimp-geld te gebruiken om Dokkum en de regio nu eindelijk eens goed op de kaart te laten zetten. Zo moeilijk kan dat niet zijn. Er zijn immers meer dan voldoende ingrediënten om het gebied te promoten als een vijfgangen-diner in een restaurant met minimaal één Michelinster: • een prachtig bewaard gebleven vestingstad met een rijke en bewogen geschiedenis; • één van de (wereldberoemde) Elfsteden; • op de grens tussen het unieke coulissenlandschap van de Noordelijke Friese Wouden en het al net zo bijzondere terpengebied; • vlakbij Nationaal Park Lauwersmeer, twee van de waddeneilanden en (!) Unesco Werelderfgoed Waddenzee; • twee wat grotere steden (Leeuwarden en Groningen) liggen eigenlijk ook ‘om de hoek’; • en last but not least: het hele jaar door zijn er in de stad en de regio tal van kleinere en grotere evenementen. Een beetje ‘kok’ weet wel raad met al dat lekkers. Als hoofdgerecht ga ik voor een mooi promotiefilmpje in het reclameblok vóór het achtuurjournaal. Niet te bescheiden! Ik geef de pen door aan Jan ‘Cooks for you’ Veenma.