Toen mijn ouders eind jaren 50 in Dokkum neerstreken was hun nieuwe wereld klein en overzichtelijk. Behalve enkele kleinere buitenwijken, zoals de woudweg, het stationsgebied en de Camphuysenstraat was nog vrijwel geen spoor te bekennen van de grotere wijken zoals bijvoorbeeld it Fugellan en de Woudhorne. De authenticiteit van de stad ging in die dagen nog gepaard met de boldootkar, een bakker en een melkboer die nog langs de deur kwamen en op zaterdag de weekboodschappen afrekenden en de wekelijkse koe lopend aan de hand op weg naar de slager. Op de Markt stonden nog de burgemeesterspaal en de kazerne. Wie denkt er niet aan La Montagne van Jean Ferrat (Het Dorp van Wim Sonneveld).
Toen mijn ouders eind jaren 50 in Dokkum neerstreken was hun nieuwe wereld klein en overzichtelijk. Behalve enkele kleinere buitenwijken, zoals de woudweg, het stationsgebied en de Camphuysenstraat was nog vrijwel geen spoor te bekennen van de grotere wijken zoals bijvoorbeeld it Fugellan en de Woudhorne. De authenticiteit van de stad ging in die dagen nog gepaard met de boldootkar, een bakker en een melkboer die nog langs de deur kwamen en op zaterdag de weekboodschappen afrekenden en de wekelijkse koe lopend aan de hand op weg naar de slager. Op de Markt stonden nog de burgemeesterspaal en de kazerne. Wie denkt er niet aan La Montagne van Jean Ferrat (Het Dorp van Wim Sonneveld). Zelf zag ik het daglicht in Dokkum op 3 april 1964 aan de Prof. U. Huberstraat in de toen nog jonge wijk Hoedemakerspolder om enkele jaren later te verhuizen naar de Boterbloemstraat in de toen net gebouwde wijk Fonteinslanden. In 1976 zijn we als gezin verhuisd naar de Brokmui waar ik tot 1986 met veel plezier heb gewoond. Nadien heb ik nog ruim 8 jaar in het Fugellan gewoond om daar een stel buren te treffen die, toeval of niet, nu zo goed deze prachtige stad met Facebook weten te promoten en zo een cirkel sluiten met dit verhaal. Mijn herinneringen aan deze periode zijn onuitwisbaar en hebben Dokkum voorgoed in mijn geheugen gegrift. Na enkele jaren in het buitenland te hebben gezworven ben ik in het vroege voorjaar van 1995 neergestreken in Hilversum, waar ik nog steeds met veel genoegen woon. Doorheen de jaren van mijn jeugd, maar ook nadien, heb ik de stad zien groeien, bloeien en transformeren als een dynamisch middelpunt in een unieke en prachtige streek. Een stad met een eeuwen oude geschiedenis waaraan ik mijn steentje vanuit Hilversum nog verder hoop te kunnen bijdragen, maar ook de stad waar mijn ouders hun werkzame leven als bibliothecaris en onderwijzeres hebben doorgebracht en thans begraven liggen. Hikke en tijn yn Fryslân dus. Nog elk jaar treft een grote Friese vriendenschare elkaar om op de 1ste zaterdag van april polstok te springen tussen Hiaure en Hantum. Een traditie die dit jaar haar 27ste editie mocht noteren. Maar er is meer dat mij verbindt met deze stad. Met enige verbazing nam ik enkele weken geleden het verzoek in ontvangst een stukje te schrijven voor deze rubriek. Dat ik die pen uitgerekend mocht overnemen van Geert Limburg beschouw ik dan ook als een echte eer. Al geruime tijd zie ik de foto’s en begeleidende teksten van zijn hand voorbij komen op de facebookpagina “Oud Dokkum”, waarbij menige afbeelding en tekst me terug voert naar mijn vroegste jeugd in Dokkum en herinneringen oproept aan lang vervlogen tijden. De rode draad in mijn geschiedenis wordt (nog steeds) mede gevormd door de bekendste lokaalspoorweg van Nederland, ‘It Dockumer Lokaeltsje’. Ik moet een jaar of zeven zijn geweest toen ik voor het eerst met eigen ogen het spoor en de gebouwen kon aanschouwen. Om mijn horizon te verbreden hadden mijn ouders mij kennis laten maken met scouting ‘De Granaet’ welke in 1971 een clubgebouw had nabij het sluisje aan het Schaepedijkje in Dokkum. Zelf woonde ik rond die tijd aan de Boterbloemstraat en moest dus om er te komen de hele stad doorkruisen. De wetenschap dat in die zelfde hoek van Dokkum een trein vertrok naar verre onbekende oorden maakte de wekelijkse fiesttocht extra spannend en dus de moeite waard. Na afloop van het scoutinggebeuren fietste ik (stiekum) langs het toen al flink vervallen stationsgebied en probeerde in gedachten een voorstelling te maken van de verre onbekende werelden welke met deze trein bereikbaar waren. Een bijkomend geluk in deze bleek het jaarlijkse scoutingkamp, welke als vertrekpunt steevast de oude Ford garage van de familie Sierksma had nabij het oude busstation van de NOF. Nu Jumbo en it Panwurk. Vanaf hier waren het spoor en de overweg in de hantumerweg niet alleen goed te zien, maar vooral ook erg bereikbaar. Ik hoefde alleen nog maar een paar jaar geduld te hebben om op te stappen. Mijn dromen en gedachten werden echter door steeds meer ruis verstoord over een ophanden zijnde opbraak en tegen de tijd dat ik in februari 1976 verhuisde naar de Brokmui lag op het spooremplacement de gloednieuwe rondweg noord. Mijn teleurstelling was zo groot dat ik mij voornam het spoor weer terug te plaatsen zodra ik daarvoor groot en slim genoeg zou zijn. Welnu, die tijd lijkt nu gekomen. Gedurende vele jaren heb ik tijdens mijn bezoeken aan Dokkum de teloorgang en ontmanteling van het Lokaaltje stap voor stap zien voltrekken. Eerst tot Holwerd en toen Ferwerd. Enkele jaren later liep het spoor al niet veel verder meer dan Stiens, toen ook dat allerlaatse stuk spoor in het voorjaar van 2011 werd opgebroken. Nu er geen rails meer lag reste weinig meer dan de herinnering, of toch niet! Om de nagedachtenis aan het Lokaaltje levend te houden heb ik enkele jaren geleden het oude tracé in stappen van 10 meter gefotografeerd, van Leeuwarden tot Anjum. Met deze serie van bijna 10.000 foto’s kon zo een virtuele treinreis worden gemaakt zodat iedereen toch nog een ritje met deze boemel kon maken. Om het geheel wat meer functie te geven is een speciale website gemaakt over het Lokaaltje waarop bij elk station vermeld staat wat er aan toerisme is te doen. Vanuit deze gedachte is bij mij het idee ontstaan om het Dokkumer Lokaaltje nieuw leven in te blazen als toeristische marketing tool om daarmee Noordoost Friesland te promoten. Om dit herstel te financieren is een masterplan uitgewerkt waarmee (delen) van het tracé kunnen worden hersteld met rails en om daarop spoorfietsen te verhuren als alternatief vervoer tussen de dorpen langs het spoor. Wie geinteresseerd is kan dit plan bekijken via de website van de stichting Noord Friesche Lokaal Spoorwegmaatschappij: www.nfls.eu Met de reactivering van deze bijzondere historische spoorlijn hoop ik (heden ten dage als niche markt ondernemer) een bijdrage te leveren aan de economische ontwikkeling van Dokkum en Noordoost Friesland als geheel, op basis van een zeer speciale toeristische attractie welke zich kan beroepen op een van de meest aansprekende onderdelen van het Friese cultureel erfgoed. Met het herstel van het Dokkumer Lokaaltje krijgen zowel Dokkum en Noordoost Friesland niet alleen een unieke en passende toeristische attractie in handen maar ook een krachtig instrument om haar mooiste kanten te belichten aan haar publiek. Rest nu ook voor mij de vraag aan wie ik graag de pen doorgeef. Welnu ik zou graag de pen doorgeven aan Henk Aartsma, een man met hart en ziel voor Dokkum en nog veel meer. Met vriendelijke groet, Chris (Bert) Rijff