Arriva is, na eerdere samenwerkingen, opnieuw partner van de Admiraliteitsdagen 2022 in Dokkum. ‘We zijn trots dat we ons weer verbinden aan dit prachtige evenement in de regio waar wij rijden met onze bussen. We dragen graag bij door het aanbieden van duurzame mobiliteit naar het evenement, aldus Milfred Hart, regiodirecteur Arriva. Burgemeester Johannes Kramer vertelt: ‘de Admiraliteitsdagen is niet alleen een evenement voor de inwoners van de gemeente, maar reikt ook ver daarbuiten. Het is daarom belangrijk dat het evenement voor iedereen goed toegankelijk is. Ik ben blij dat we met een partner als Arriva duurzaam openbaar vervoer kunnen aanbieden aan de bezoekers van de Admiraliteitsdagen.’ Vanuit maatschappelijk oogpunt wil Arriva graag een bijdrage leveren. ‘Naast het letterlijk verbinden van onze reizigers met de Admiraliteitsdagen, staan wij als vervoerder middenin de samenleving. We streven ernaar die samenleving iedere dag weer een beetje mooier te maken. In het noorden investeren we daarom in sport, cultuur en natuur en proberen dit te verbinden met mensen, steden en dorpen. Bij de Admiraliteitsdagen komen deze thema’s op een hele mooie manier samen’, vertelt Milfred Hart. ‘We zijn blij dat we dit jaar Arriva weer als partner hebben. Niet alleen omdat we de kans krijgen de Admiraliteitsdagen Dokkum twee maanden te promoten op vier volledig bestickerde bussen van Arriva, maar ook zeker om bezoekers met het duurzame openbaar vervoer te laten reizen’, vertelt Rigtje Monsma, voorzitter van de Admiraliteitsdagen Dokkum. Admiraliteitsdagen 2022 Dokkum De tiende editie van de Admiraliteitsdagen vinden plaats op 1, 2, 3 en 4 september 2022. De Admiraliteitsdagen is een maritiem festival met een muziek, spectaculaire activiteiten, historische schepen, een foodfestival en straattheater voor het hele gezin. Als partner wil Arriva het evenement duurzaam bereikbaar maken voor jong en oud en zet in op het Samenreis-ticket. Voor 15 euro kunnen twee volwassenen met de bus of trein van Arriva reizen in heel Fryslân.
Foto: Marcel Renou