In het Dokkumer vragenuurtje ‘ondervragen’ we regelmatig een bekende of minder bekende Dokkumer het hemd van het lijf. In deze editie: Frank Schreuder.
In het Dokkumer vragenuurtje ‘ondervragen’ we regelmatig een bekende of minder bekende Dokkumer het hemd van het lijf. In deze editie: Frank Schreuder. Wie ben je en wat doe je? Mijn naam is Frank Schreuder en ik ben werkzaam bij de Veiligheidsregio Fryslân, waar ik me bezighoud met brandveiligheid van bestaande bouwwerken en de controle op nieuwbouwprojecten. Wat heb je met Dokkum? Vroeger had ik niks met Dokkum; ik ben geboren en getogen in Noord-Holland. Ik ben 23 jaar geleden gestart met de studie voor brandpreventie en met goed gevolg afgerond. Ik solliciteerde bij de brandweer en dat bracht een verhuisplicht naar Dokkum met zich mee. Inmiddels woon ik alweer 25 jaar in Friesland en de laatste 16 jaar dichtbij Dokkum in Aalsum. Het mooiste plekje van Dokkum is? De bolwerken vind ik toch wel het allermooist. ’s Zomers prachtig met alle bomen en bootjes, ’s winters charmant met alle lichtjes richting de feestdagen. Welk plekje in Dokkum zou jij veranderen om de stad mooier te maken? Mooier is misschien niet het goede woord, brandveiliger wel. Het is een uitdaging om de weekmarkt die op woensdags gehouden wordt op de Grote Breedstraat veiliger te maken qua brandveiligheid. Bij het ontwerp van de Grote Breedstraat hebben ze met de inrichting van de bankjes , lantaarnpalen en bomen te weinig aandacht gehad voor het veilig opstellen van de weekmarkt. Daar zou ik graag verandering in willen zien. Maak de volgende zinnen af: Parkeren in Dokkum is… fantastisch, want er zijn een hele boel plekken dichtbij het centrum waarvoor je niet hoeft te betalen. Dokkum is over tien jaar… nog steeds een heel mooie stad, hoop ik. De nieuwe markt is… mooier dan hij was, zeker ook qua brandveiligheid wat betreft evenementen die er plaatsvinden. En dan de persoonlijke vragen, speciaal voor jou: Hoe gaat het met je? Het gaat heel goed! Ik ga nog altijd met plezier naar mijn werk. Het enige wat ik de laatste tijd mis is de vrijwillige brandweer, waar ik dit jaar na 30 jaar afscheid van heb genomen. Vertel eens iets over je werk. Wat doe je? Ik ben werkzaam op de afdelig risicobeheersing van de Veiligheidsregio Fryslân. In de OWO-gemeenten (Oost- Weststellingwerf en Opsterland) houd ik mij bezig met de brandveiligheid van bouwwerken. Zowel bestaande bouw als bij nieuwbouw mag ik mij bezig houden met de brandveiligheid. Daarnaast geef ik ook af en toe ondersteuning in andere delen van Friesland. Mijn werk is heel leuk en afwisselend, vooral ook omdat ik zelf mijn werkzaamheden mag indelen. Er komen regelmatig onverwachte klusjes op je pad: een telefoontje of een melding brandgevaarlijke situatie van de gemeente. Daar moet dan vaak acuut op ingesprongen worden. Dat vind ik hartstikke leuk. Ik doe voornamelijk controles op scholen – zowel lagere als middelbare scholen – en zorginstellingen en logiesgebouwen. Vooral in Ooststellingwerf zie ik dat er relatief veel zorginstellingen voor mensen met een beperking. Het is natuurlijk extra belangrijk om de instellingen van deze kwetsbare groep mensen goed te controleren. Daar haal ik veel voldoening uit. Hoe ziet een typische werkweek er voor je uit? Maandag staat eens in de twee weken in het kader van vergaderingen. Ik kan niet alles plannen, want er komt ook wel eens een onverwachte klus doorheen, maar de rest van mijn werkdagen probeer ik de ochtenden zoveel mogelijk op pad te gaan voor de controles, zodat ik ’s middags de rapporten kan uitwerken. Wat vind je het leukste aan je werk? Ik haal er voldoening uit als ik zie dat er in een gebouw waar ik controle doe bepaalde zaken niet op orde zijn, maar als ik het dan toch voor elkaar krijg om uiteindelijk een brandveilig gebouw kan registreren. De ene keer kost dat meer tijd en energie dan andere keren; ik vind het altijd weer een uitdaging. Wat vond je het leukste aan de vrijwillige brandweer? Het mooiste aan de brandweer is het daadwerkelijk uitrukken. Niet zozeer de grote branden zijn mijn favoriete. Ik heb liever de klusjes waarbij je na een uur weer terug bent op de kazerne. Als je een heel grote brand hebt, sta je vaak uren lang te blussen. Dan is het eerste uurtje nog wel leuk en spannend, maar in de nablusfase zakt de motivatie toch wel enigszins af. Daarom voor mij liever kleine brandjes. Brandweer Dokkum doe je op vrijwillige basis – maar valt het werk soms emotioneel niet zwaar? Klopt, je zit bij de brandweer omdat je iets wilt betekenen voor de lokale gemeenschap. Daar waar anderen weglopen van vuur, gaan wij er juist op af. Dat heeft een bepaalde kick en een uitdaging; dat is de drive van de vrijwilligers die bij de brandweer zitten. Het ene jaar is zwaarder dan het andere. Ik heb ongevallen meegemaakt waarbij mensen zijn omgekomen. Je bent een mens van vlees en bloed; zoiets raakt natuurlijk je wel. Gelukkig zijn er binnen de brandweer goede mogelijkheden om dit soort gebeurtenissen een plek te geven Hiervoor hebben ze bij de Veiligheidsregio Fryslân het Team Collegiale Opvang (TCO) opgericht. Daar kunnen brandweerlieden, politie en ambulancepersoneel hun ervaringen met elkaar delen. Als er mensen zijn die na de gesprekken in de praatgroep nog steeds last van emotionele problemen hebben, is er voor hen extra hulp aanwezig. Wat is het meest bijzondere dat je als brandweerman hebt meegemaakt? Wat mij nog altijd heel goed bijstaat, is de brand van de voormalige kringloopbedrijf De Wissel in de herfst van 2005. De pieper ging en ik was zelf niet uitgerukt; ik stond samen met een aantal andere brandweermannen bij de kazerne op de portofoon mee te luisteren. In die tijd hadden we twee brandweerauto’s en een hoogwerker op de uitruk staan, dus er kwamen altijd meer mensen opdagen dan dat er op de auto’s konden. Er bleef dan een groepje achter bij de kazerne, omdat in eerste instantie alleen de eerste tankautospuit was opgeroepen. Ik maakte die keer toevallig deel van uit van de groep die nog op de kazerne waren. Die nacht hoorden we op een gegeven moment een ontzettend luide knal. De melding waarvoor toen uitgerukt was, was een autobrand – maar die knal… We hadden geen idee hoe de brand eruitzag omdat we niet op de locatie aanwezig waren. Na de knal bleef het een hele tijd lang stil op de portofoon. Hoe ging het met de collega’s? We hadden geen idee. We keken elkaar aan. Er waren weinig woorden nodig voordat we zeiden: we trekken een pak aan en gaan eropaf. Gelukkig duurde het niet al te lang voordat er een nader bericht op de portofoon volgde. De bevelvoerder kwam met het bericht dat er een ontploffing was geweest en brand was inmiddels overgeslagen naar De Wissel en stond al behoorlijk in de brand. Uiteindelijk is die brand in de loop van de nacht opgeschaald tot een ‘zeer grote brand’; we stonden te blussen met maar liefst vier tankautospuiten, grootwatertransport en een hoogwerker. De pieper ging rond half één ’s nachts, en ik was om acht uur ’s ochtends weer thuis van de klus. Dat zal me altijd bijblijven. Wat zijn je hobby’s? Watersport! Mijn vrouw en ik hebben een kajuitzeilboot en zijn eigenlijk alle weekenden op het water te vinden. Niet in het water, ik ben geen waterrat 😉 Wat maakt je gelukkig? Van watersport word ik heel gelukkig. Keuzevragen: Nieuws uit de krant of online? Nieuws online. In de auto of op de fiets? Op de fiets. Online shoppen of de stad in? De stad in. Om af te sluiten: Heb je suggesties voor mensen die je in het Dokkumer vragenuurtje wilt zien? Peter Feenstra van de Jumbo lijkt me leuk om te zien.