De rechter heeft afgelopen maandag het verzoek om de omgevingsvergunning voor het plaatsen van drie tijdelijke noodlokalen bij de Burgerschool in Dokkum te schorsen afgewezen. Omwonenden maakten zich al langer zorgen over de geplande uitbreiding van de basisschool. Omdat de Burgerschool te maken heeft met ruimtetekort voor zijn leerlingen, kwam de gemeente Noardeast-Fryslân met een tijdelijke noodoplossing: het plaatsen van drie noodlokalen buiten het bouwvlak van de school om het ruimtetekort te dichten. Daar tekenden de omwonenden al verzet tegen, maar dat mocht niet baten. Vandaar dat ze een kort geding bij de voorzieningenrechter aantekenden.

Geen spoedeisend belang
In dit kort geding heeft de rechtbank Noord-Nederland beoordeeld of de omwonenden een zogenaamd ‘spoedeisend belang’ hadden bij het direct verwijderen van de noodlokalen. Dit betekent dat zij zo’n dringende reden moesten hebben dat ze niet konden wachten tot de reguliere rechtbankzitting. De voorzieningenrechter oordeelde er geen sprake was van zo’n spoedeisend belang. Het college van b&w heeft de omgevingsvergunning in eerste instantie terecht verleend. Er dreigt volgens de rechter geen onomkeerbare situatie bij de Burgerschool door het plaatsen van de noodlokalen. Omdat ze bedoeld zijn voor tijdelijk gebruik, maakt hun constructie het mogelijk om ze weer te verwijderen. Zolang de vergunning nog niet definitief is, draagt het college bovendien zelf het risico voor de werkzaamheden en het gebruik van de noodlokalen.

Wachten op bodemprocedure
Dit betekent overigens niet dat de gang naar de rechter nu klaar is. De drie noodlokalen zijn inmiddels geplaatst en zullen naar verwachting vanaf september 2024 in gebruik worden genomen door de Burgerschool. Mochten de omwonenden in de bodemprocedure aan het langste eind trekken, dan moeten de noodlokalen alsnog worden verwijderd.