Ach, de zomer was nog maar net voorbij of de gemeentelijke koffers stonden alweer klaar. Deze keer mochten wij, die kleinen Leute, getuige zijn van een uiterst belangrijk werkbezoek aan het schilderachtige Fulda. Een 24-koppige delegatie van Noardeast-Fryslân vertrok twee weekenden geleden naar onze zusterstad om de banden ‘aan te halen’. De officiële brief repte over een ‘inhoudelijk programma’ met verheffende thema’s als ‘landbouw, duurzaamheid en migratie’. Maar laten we eerlijk zijn: hoeveel diepgaande discussies over vluchtelingen passen er in één weekend, voordat de moegeploeterde ambtenaren zich tegoed doen aan een flinke pul Warsteiner in de lokale Biergarten?

Kijk, ik snap het wel hoor: als wethouder of ambtenaar is elke kans om even te ontsnappen aan de Dokkumer sleur – vooral na al die mislukte coalitiebesprekingen – meer dan welkom. Waarom zou je dan níet kiezen voor een weekendje luxe in een charmant Duits stadje? Even bijkomen van al die nare gemeentepolitiek. Geen wonder dat ze met z’n 24-en richting Fulda trokken: burgemeester, wethouders, ambtenaren en management (waar komen die toch altijd ineens vandaan?). De vraag is natuurlijk: hoe ‘inhoudelijk’ was dit werkbezoek nu eigenlijk? Een beetje netwerken hier, een paar presentaties daar – alles uiteraard op kosten van de belastingbetaler.

Internationale betrekkingen zijn belangrijk, dat begrijp ik. Fulda, als zusterstad van Dokkum vanwege de historische band met Bonifatius, biedt ongetwijfeld kansen voor een culturele en economische uitwisseling. Maar wat ik me afvraag: zou het allemaal niet net zo goed via Zoom hebben gekund? Geen hotelkosten, geen reiskosten, net zoveel inhoud. Ik heb zo het donkerbruin vermoeden dat onze wethouders liever genieten van de Duitse Gastfreundschaft dan zich een heel weekend van 9 tot 5 te buigen over kwesties die onze gemeente raken.

Hoe was Fulda? Ach, ik hoor het ze al papegaaien: “Ja, heel leerzaam! We hebben veel opgestoken over duurzaamheid en migratie…” Natuurlijk, als het gaat om het duurzaam netwerken en gracieus migreren van de kroeg naar je hotelkamer. Oh ja, over de hotelkamers: ik durf te wedden dat dat geen tweesterrenpensionnetje was. Hoeveel zou zo’n weekendje wel niet kosten? Vierentwintig man – en niet zomaar mensen, nee, de crème de la crème van de gemeentelijke elite – die stuk voor stuk recht hebben op een verfijnde Deutsche Bett, Bad und Brot-ervaring.

Vergeet niet de reiskosten – nee, natuurlijk niet in een oude, rammelende bus zoals wij stervelingen zouden nemen voor een bescheiden weekendje weg. Of, god verhoede, economy class. Nee, dit moet een keurig georganiseerde expeditie zijn geweest, misschien wel met een privéchauffeur, zodat ze na een drukke dag vol ‘netwerkbijeenkomsten’ comfortabel met hun voeten omhoog konden uitrusten. Ondertussen stroomt het geld vrolijk uit de gemeentekas en mogen wij ons afvragen of er na zo’n weekendje Fulda nog een paar stuivers overblijven voor, je weet wel, echte gemeentelijke zaken. Maar hé, prioriteiten, toch?

Maar goed, eerlijk is eerlijk: wie ben ik om te oordelen? Had ik de kans gehad om even aan de dagelijkse sleur te ontsnappen en mezelf onder te dompelen in Duitse gastvrijheid dan had ik waarschijnlijk ook de boel laten vallen en me zonder nadenken bij de delegatie gevoegd. Want zeg nou zelf, wie zou zo’n gouden kans laten liggen? Volgende keer misschien maar vragen of we als burgers een livestream kunnen bijwonen van deze grootse diplomatieke uitwisseling. Prost, Fulda, op de aangesterkte banden – en op de belastingbetaler die ze blijft smeren.